Zuid-Kennemerland

Terugkijken naar de dagtocht Flevoland van 20 juli

De Noordoostpolder.. een landschap ontstaan op de tekentafel. In een periode, waarin doelmatigheid en voedselveiligheid voor alles ging. Het leidde tot het ontstaan van een eentonig en saai landschap. Als je door de polder rijdt, zien alle boerenerven er nog altijd bijna hetzelfde uit. Hetzelfde huis, dezelfde schuur en eenzelfde windkering van bomen om het erf. En daaromheen productieland en wegen zonder bomen. Nergens zo maar een bosje of wilde natuur. Elke poging tot losbandigheid van de natuur is hier de kop ingedrukt.

Kun je een tuin ontwerpen, die past in deze omgeving, een commentaar is op die omgeving, of er iets aan toevoegt? Je kunt natuurlijk ook het gevecht aangaan, een oase van wildheid creëren als tegenpool van het aangeharkte landschap. Of een besloten tuin creëren, waarbinnen je de buitenwereld kan wegdenken, een tuin die overal zou kunnen zijn, maar nu toevallig hier is. Of de omgeving negeren en gewoon beginnen en zien waar je uitkomt. Ik ben benieuwd om te zien wat deze tuineigenaren er van gemaakt hebben. 

 

Het Zwaluwhuis.
De eigenaars van deze tuin hebben bij Beth Chatto en Piet Oudolf inspiratie gezocht.
De tuin maakt een open, uitnodigende indruk. We zijn er op een warme, bijna windstille dag, maar als het flink waait zal de wind hier zeker te voelen zijn.
De vele hoge grassen langs het ruime pad waarlangs we de tuin binnenlopen geven de tuin al meteen een prairie-achtig uiterlijk, maar het is geen wilde tuin, alles heeft zijn plek. Binnen in de ontvangstruimte van de boerderij, de ‘deel’ zou ik het noemen, staat de appeltaart klaar. En grote schalen met verse geklopte slagroom. Twee hoge vazen met bloemen en grassen uit de tuin vullen de ruimte boven ons. En daarboven vliegen de zwaluwen af en aan naar hun nesten. Mooi. Leuk. En lekker.
Terug in de tuin vallen overal de prachtige grassen op, dezelfde als in de vazen. (De prachtige rode enkelbloemige dahlia’s in de boeketten worden ergens apart geteeld.)

Er is nog een restant boomgaard, met fruitbomen, maar alleen voor eigen gebruik. Ook wat groentebedden, maar die zijn wat verwaarloosd. Een schaduwtuin langs een wind- singel met sloot aan de linkerkant van het huis is nog heerlijk koel op deze warme dag. De voortuin is wat formeler dan de rest van de tuin met rechte stukken heg en daarlangs bloemenborders. En een slingerheggetje met euphorbia’s in de holle kant van de slinger. Misschien een verwijzing naar de knipsels van Matisse? Dat zou zomaar kunnen, past ook wel bij het heldere kleurenpalet van de ontvangstruimte.

De ruime paden achter en langs het huis lijken nog een erfenis van de tijd dat het een boerenerf was en passen goed bij de losse en open beplanting. Al met al een tuin die harmonieert met de omgeving en er iets aan toevoegt.

De Pegasustuin.

De tweede tuin is van drie kanten omringd door opvallend mooie bomen. Er is een woonhuis en twee grote schuren, getuigend van de tijd dat dit nog een werkend bedrijf was.

We gebruiken hier de lunch, dat kan binnen, maar we zoeken liever buiten een plek in de schaduw. Dat wordt de zitkuil, een door bomen en struiken beschaduwde plek in het midden van de tuin. 

Na de lunch is er de tuin.
Mijn wandeling begint achterin. Daar is de tuin ingedeeld in kleine tuinkamers met hoge rechte geschoren hagen. Een lang pad tussen de tuinkamers eindigt bij een mooie, uitnodigende bank. (Eigenlijk is het een tamelijk onlogische plek voor een bank, omdat je daarvandaan alleen maar zicht hebt op het lange smalle pad tussen de hoge rechte hagen en de schuur verderop.)
De tuinkamers aan de buitenkant van de tuin vormen een harde grens met de omgeving buiten de tuin. De beplanting in deze beschaduwde tuinkamers is nu niet erg interessant, dat zal in het voorjaar anders zijn.
Een rij pruimenbomen langs het tuinpad ziet er mooi en opvallend gezond uit.
Het hart van de tuin is de grote rechte tuinkamer met een rechte vijver in het midden. Boven de vijver staat een beeld op een sokkel, een beeld waarvan ik eerst denk dat het een vliegende vogel moet voorstellen (of een paard: Pegasus), maar het blijkt een dansende ballerina te zijn. Een gezellig beeld, dat hier prima past in deze beschutte tuin, maar niks van doen heeft met het landschap om de tuin. 

De zitkuil, verscholen onder bomen en struiken in het midden, is naar mijn gevoel de fijnste plek van de tuin. Een plek die je uitnodigt om te gaan zitten en waar de buitenwereld op afstand blijft. 
Naast en om het woonhuis bestaat de tuin uit een groot, strak gemaaid grasveld met daarin bloembedden en erlangs borders. Er zijn rechte heggen langs de tuin. Tussen de bomen langs de tuin is de ruimte van het polderlandschap zichtbaar, het lege landschap en de hoge luchten. De ruime oprijlaan richt de aandacht op de ruimte buiten de tuin. 
Misschien had ik niet achteraan moeten beginnen, maar vooraan en dan steeds verder naar binnen. Het is een mooie en plezierige tuin, die je echter overal had kunnen aantreffen, een tuin die niet echt een verbinding maakt met het ruime, lege landschap eromheen.

De Stekkentuin 
De laatste tuin is de Stekkentuin. Deze tuin is, vertelt mevrouw Voesten, begonnen met stekken. En nu is het nog steeds een stekkentuin, omdat stekken opkweken voor anderen net zo makkelijk is als stekken maken voor jezelf. Dat maakt dat er hier ook heel leuke en bijzonder plantjes te koop zijn, die je ergens anders niet vaak ziet. Ook zijn er muurbloemen in allerlei soorten en kleuren. 
De ‘stekken’ groeien in het deel van de tuin dat de ‘wilde tuin’ heet. Hier is geen enkele ordening en groeit alles door elkaar waar het maar wil staan. En elk plantje kan er ook weer uitgestoken worden als iemand het graag wil hebben en het nog niet te groot is om te verplanten. Dit is een heerlijke plek, totale chaos, maar toch ook weer niet. 

De rest van de tuin heeft een heel ander karakter: een strak gemaaid en onkruidvrij grasveld met nette borders en ‘planteneilanden’. De planteneilanden zijn verhoogde borders, ooit opgehoogd om voor de kinderen aan te geven waar ze niet mochten lopen. Ze zijn dicht begroeid met allerlei soorten planten en bodembedekkers, handig want zo’n verhoogd bed zal wel wat droogtegevoelig zijn. En er is een lange schaduwborder met 300 verschillende hosta’s, allemaal zonder slakkenvraat.

Een leuke tuin met bijzondere planten, een echte verzamelaarstuin. De inrichting van de tuin heeft weinig met het omringende landschap te maken, maar meer met het zorgen dat planten allemaal een goede plek krijgen. 

Met stekken kun je kennelijk een mooie en bijzondere tuin bij elkaar verzamelen.
Het is een warme dag en de meeste van ons zoeken al snel de schaduw op met een verkoelend drankje. Ik loop nog even terug voor een foto en dan zoek ik ook de koelte op. 

De tuinen zijn trouwens geen lang leven beschoren, is de verwachting van de heer Giessen van de Pegasustuin. Als de huidige tuineigenaren vertrekken, gaan de kinderen er niet wonen, en het land is al verkocht aan steeds grotere agrarische bedrijven. En wie wil er dan wonen midden in de lege polder? 

tekst: Marian van der Horst
foto’s: Inge Retra en Marian van der Horst