Eerst een middeleeuws kasteelcomplex, toen een jachtslot, uiteindelijk een ruïne en nu een landgoed, waar het goed toeven is.
Zuylestein was ooit een kastelencomplex, omringd door grachten. Een veilige plek waar men het een tijd kon volhouden tijdens een belegering. Er kon voedsel worden verbouwd, er was een vijver met vissen en een schuilplaats voor de omwonenden en hun vee.
In de tijd van Stadhouder Frederik Hendrik en zijn nazaten veranderde het complex in een jachtslot met siertuinen om in te wandelen. Er kwam een muur om de tuin. Exotische planten werden uit Zuid Amerika gehaald. Het etaleren van rijkdom en vernuft werd belangrijker dan functionaliteit.
Het slot kwam aan zijn einde in de tweede wereldoorlog toen er Duitse militairen in gelegerd waren. Het kasteel werd gebombardeerd door de geallieerden tot er geen steen meer op de andere stond, maar helaas, de SSers waren op dat moment elders.
De nieuwste fase van het complex vangt aan in het begin van de 21e eeuw. Er wordt een begin gemaakt met het herstel van de tuinen volgens gegevens over hoe het er vroeger uit zou hebben gezien. Die herstelde tuin is wat we nu te zien krijgen. De plattegrond is gebaseerd op de tuinen ten tijde van Frederik Hendrik en zijn nazaten: een vierkante tuin ingedeeld in vakken, waar de gewassen in rechte rijen staan, vaak afgewisseld met bloemen.
Door de tuin zijn rechte paden die een doorkijk bieden. Om de hele tuin staat nepeta, afgewisseld met kleine fruitbomen gesnoeid in waaiervorm (arbre net). Van een afstand kijkend krijg je de indruk van een mooie siertuin en is het zicht op de groenten afgeschermd.
De grond is een mengsel van leem, zand en klei, goed te bewerken en vruchtbaar. De teelt is biologisch. Er wordt gewerkt met teeltwisseling binnen de vakken, niet tussen de vakken. De grond wordt zoveel mogelijk bedekt gehouden maar het uitzoeken wat de beste mulchlaag oplevert is nog een vraag.
Er wordt gezocht naar de beste teeltcombinaties. Hun ervaring is dat boerenkool afgewisseld met afrikaantjes beduidend minder aangetast wordt door witte vlieg.
De groenten worden gebruikt in het restaurant en worden verkocht in de winkel. De bosvarkens zijn vrijwilliger m.b.t. het verwerken van de restanten van de oogst en er zijn composthopen.
De groenten in de tuin zien er goed uit, de fruitbomen wat minder. Ze horen in de tuin, omdat ze in het oude ontwerp ook langs de tuin stonden, maar zouden op deze vruchtbare grond het misschien op een andere plek beter kunnen doen.
Er is een zekere spanning tussen wat historisch verantwoord is en wat de beste teeltwijze zou zijn.
De grond wordt bewerkt door vrijwilligers, deels van het AZC. Soms als opstapje naar een betaalde baan als hovenier. Er wordt samengewerkt met Wageningen in een project om wisselteelt toe te passen in de landbouw.
Wisselteelt wordt per vak gedaan (1x per 6 of 8 jaar kool op dezelfde plek) om ziektes te voorkomen: in de moestuin maar ook in de groenteakkers en graanakkers die op de hoogte van het Grand Canal liggen. Biodiversiteit (afwisseling van gewassen in tegenstelling tot monocultuur) wordt toegepast in de moestuin maar ook bij de graanakkers, waar het graan in smalle stroken geteeld wordt naast smalle stroken met andere gewassen zodat ziektes worden voorkomen (wortel/ui) en ze groei van beide gewassen zullen bevorderen. En daar zijn de wetenschappers van Wageningen bij betrokken, net zoals bij de robot in de moestuin die op pixel niveau een borduurpatroon van gewassen kan zaaien, watergeven en beelden naar de computer in Wageningen kan doorsturen (was nu even buiten gebruik). Veel van die goede combinaties werden ook al in de 17e eeuw beschreven door Jan van der Groen, andere worden nu uitgetest voor gebruik in de natuur-inclusieve landbouw (waar ook fruithagen en meer drassige stukken grond in betrokken worden). Zo komen ook de varkens die men in de Middeleeuwen liet grazen in beuken-eiken en kastanje-bossen weer in beeld- ze zorgen voor onderhoud van de (male-)bossen, eten restgewassen en zorgen voor mest en vlees- en zo is Zuylestein ook weer circulair bezig). Tenslotte het hele jaar rond groente en fruit kunnen leveren was in de 17e eeuw belangrijk en spoorde de hoveniers aan tot het telen van erg vroege en late gewassen onder glazen vensters (broeibakken) en het zorgvuldig bewaren van de oogst. Dat kan hier ook maar voor de productie wordt gekeken wat economisch nog haalbaar is.
Daarom wordt er soms ook van elders ingekocht om de klanten tevreden te stellen. Zo is er naast granen, broden, kaas en eieren, vlees ook verse groenten van en buiten het seizoen in de winkel verkrijgbaar, zoals ingemaakt fruit.
De bijen op Zuylestein zijn inheemse zwarte bijen. Er wordt gefokt op bijen, die in staat zijn de Varroamijt te herkennen en te verwijderen. Besmetting met varroamijt is een voorname oorzaak van bijensterfte.
Ik vond het jammer, dat de nadruk bij de rondleiding was op het historische verhaal en dat er weinig over de huidige tuin werd verteld. Daarom heb ik nog even mijn best gedaan om iemand te spreken die daar wat over kon vertellen. Dat lukte, wat ik heel leuk vond. En als ik nu even een kijkje neem op de website, zie ik nog veel meer wat interessant is, bijvoorbeeld dat er ook oude graansoorten worden geteeld.
En ik zie een lijn vanuit de middeleeuwen, met het kasteel als veilige plek voor de mensen uit de omgeving, naar het heden, met de tuin als een veilige haven voor onrustige zielen. En gericht op een toekomst met meer respect voor de aarde en haar bewoners. Al met al een positieve ervaring.
Marian van der Horst
Landgoed Zuylestein is getroffen door een hevige valwind in juni. Veel bomen in omgeving Leersum zijn geveld. Een statige hoge rode beuk heeft het overleefd.
Na de lunch in Amerongen, omdat de orangerie van Zuylestein was gesloten, reden we door naar ‘t Akkerhuis in Montfoort vlakbij de IJssel. Ingeklemd tussen akkers en omzoomd door zelf aangeplante bomen ligt een prachtig aangelegde étagetuin met grote groepen heerlijk geurende planten. Veel soorten hortensia’s en een Middellandse Zee magnolia. Een eldorado voor insecten en bijen. Helaas ook voor slakken die het longkruid en de hosta’s grotendeels hebben weggevreten. Bogen met rozen en allerlei doorkijkjes in deze tuin. Het was zeer de moeite waard.
Een verrassing was de tuin van Nolda Diemerbroek in Papekop bij Oudewater. Een grote boerderij, te bereiken via een bruggetje over het water, heeft zij 30 jaar geleden gekocht. Er stonden een paar grote bomen en de rest van het terrein heeft zij met veel inspanning omgetoverd tot een paradijsje. Deze creatieve tuinierster is uitgegaan van kleurschakeringen, van wit tot roze en geel/oranje, tot aan dieprood en paars. In de kweekkas stonden allerlei gestekte planten waar wij dankbaar gebruik van hebben gemaakt. Zelfs een voorraad Agapanthus, prachtige plant die ‘s winters wel naar binnen moet. Volgeladen en tevreden reden wij huiswaarts. Met dank aan onze chauffeur die menigmaal heeft moeten manoeuvreren om de bus langs smalle weggetjes te loodsen.
Ria Kroezen