Eindelijk konden we weer samen tuinen bezoeken en gezellig lunchen. Het was een eeuwigheid geleden dat dat mogelijk was. Corona stak er een stokje voor. Zo jammer! Maar gelukkig nu heel veel bekende gezichten, vrolijke planten en bloemen minnende leden in de bus. Er mochten maar 30 personen mee, zodat we voldoende afstand van elkaar konden houden. Het weer viel ‘s morgen wat tegen, geen zon, maar gelukkig droog en een aangename temperatuur. ‘s Middags prikte de zon door de wolken heen.
De eerste tuin die we bezochten, was die van Ageeth Meeuwes in Opperdoes. Wat een sfeervolle tuin, niet zo breed in verhouding tot de lengte, 3500m2 die je omarmen en verwarmen, een grasveld dat dan weer slechts een pad is tussen de borders en dan weer breed. De vijver kronkelt er zich tot het einde van de tuin, als een natuurlijk ogende brede sloot doorheen compleet met bruggetjes. Daar dwaalt de blik verder over de groene weiden tot aan het IJsselmeer.
Er staan prachtige majestueuze bomen als achtergrond voor de borders op kleur, eens als prille boompjes precies op de goede plaats geplant.
De planten zien er zo gezond uit en wat indrukwekkend die gunnera’s langs de vijverrand en de enorme rodgersia’s! Ik neem mijn zonnehoedje af af voor
de eigenaresse die praktisch alles alleen onderhoudt.
Vervolgens naar kwekerij De Bolderik in Wervershoof waar we in twee groepen gesplitst, een rondleiding kregen door het kwekers echtpaar. De Bolderik is een kwekerij van wildebloemen-zaden. Al 20 jaar zetten de eigenaars zich in om de Nederlandse flora en fauna te behouden. Uitgangspunt zijn planten van Nederlandse herkomst en specifiek van de eigen streek, die gekweekt zijn zonder chemische meststoffen en bestrijdingsmiddelen. De beperking tot streek wordt gehanteerd, aangezien vanaf de kleine ijstijd planten per streek zijn gemuteerd.
Wat een soorten rijkdom en wat een kennis is er nodig om het zaad op de goede wijze te oogsten, soms handmatig, soms mechanisch.
We kwamen veel aan de weet, onder andere dat schermbloemigen worden ingezet als biologisch bestrijdingsmiddel, aangezien deze veel insecten aantrekken die meehelpen de parasieten die de oogst aanvreten, op te ruimen.
Er worden ook mengsels gekweekt waarvan het zaad o.a. aan particulieren wordt verkocht. Zo is er een snijbloemenmengsel en een vlinder en bijenmengsel.
Vervolgens lunchten we binnen bij Café de Welkomst te Onderdijk. We werden gastvrij onthaald, maar helaas was de soep wel erg zout.
De eerste tuin ‘s middags was die van het echtpaar Neefjes in Wervershoof. Deze tuin van 4000 m2 is een liefhebberstuin met leuke borders. De tuin omringt het huis en is step by step ontstaan. Er is eerst een windsingel geplant en vervolgens is er gras gezaaid en pas daarna hebben borders een deel van het gras vervangen. Het grasveld heeft vloeiende lijnen. Er wordt niet op kleur getuinierd. Het geheel toont wat boers, heel lieflijk met veel soorten geraniums en filipendula. Midden in het gras staat een mooie lijsterbes. Ook hier draagt het ‘borrowed landscape’ bij aan de beleving van de tuin. De inwendige mens werd eveneens verwend. Er was Engelse thee met zelfgemaakte citroencake.
De vierde en laatste tuin -Illnacullin- bevindt zich in Schellinkhout. Wat een enorme tuin, 1 ha groot. Ik dacht even in Engeland beland te zijn; brede borders opgebouwd volgens de Engelse traditie, omzomen de glooiende grasvelden en waterpartijen. Overal staan statige hoge lelies in vele kleuren. Eens werd de grond van de tuin die een verzameling bijzondere bomen en struiken herbergt, verzuurd met turfstrooisel en daar zaten leliebolletjes in. De lelies die daaruit ontsproten, zijn de kern geworden van de huidige, heerlijke geurende leliecollectie. Ook hier, evenals in de andere tuinen, werden we getrakteerd op koffie of thee met lekkers.
De eigenaars zijn gastvrije, bevlogen mensen die ondanks lichamelijke beperkingen, vol vuur werken aan hun droom die werkelijkheid werd.
Onze nieuwe chauffeur Ed van Rooyen bracht ons veilig terug naar Haarlem. Hij mag ons vaker rijden. Het beviel prima.
Joke Braas-Parser