In deel 1 noemden we al drie groepen: de één-jarigen, de kruidachtigen en de vaste planten, struiken en bomen. Als extra kunnen we de klimplanten bij de laatste groep toevoegen. Voor deze groepen beperken we ons tot de gematigde klimaten.
De eerste twee groepen zijn al summier in deel 1 beschreven. De laatste groep is een immens grote groep, alleen al de ‘wilde’ eetbare planten. Veel planten van deze groep groeien graag in onze tuinen. Echter, stelselmatig proberen we deze eetbare planten uit te roeien.
We kennen bijvoorbeeld allemaal de Urtica dioica/brandnetel, waardevolle waardplant voor bijen, grote bron aan vitamine C en proteïnen. De smaak lijkt op spinazie en wordt als ‘super-food’ veel gebruikt. Zo ‘waarderen’ we ook zevenblad, bloem en jong blad (als spinazie) is heerlijk in de soep. Van de bloemen van de Taraxacum officinalis (paardenbloem) wordt wijn gemaakt en het blad gegeten als groente. Witte klaver, madeliefje en Cardamine hirsuta (kleine veldkers): een vergeten wintergroente als stamppot, met bloemetjes in salades en als broodbeleg, mild peperig als tuinkers.
Hoe leuk is het ‘plukken’ van deze tuinplanten met kinderen en de planten mét hun te verwerken in de keuken! Nu we steeds meer zorg voor de aarde hebben en met biologische, organische meststoffen werken is dit een leuke manier om kinderen te betrekken met het leven in de tuin.
Vele ‘aangewaaide’ planten met eetbare bloemen hebben voor ons ook sierwaarde, zoals de Impatiens glandulifera (springbalsemien), Malva sylvestris (kaasjeskruid), Cichorum intybus (wilde cichorei): de gehele plant.
In deze tijd, nu we minder kunnen reizen, wandelen we misschien vaker door de duinen en bossen. Zonder dat we het ons bewust zijn lopen we langs diverse eetbare planten. Wat een rijke aarde!
Epilobium of Chamerion angustifolium (wilgenroosje): bloem, blad en wortel Oenothera biennis (middelste teunisbloem): bloem, blad en wortel; Matrecaria recutita (echte kamille): bloem, blad voor thee, oogsten rond de ‘langste dag’.
Rosa canina (hondsroos): bloem, vrucht in jam.
Symphytum officinalis (gewone smeerwortel –gehele plant eetbaar
Enkele bekende hoge struiken:
Chaenomelis japonica (Japanse kwee): bloem, groot rood
Crataegus monogyna en laevigata (meidoorn): bloem, blad, bes
Cytisus scoparius (gewone brem): bloem, nootachtig in salade.
Sambucus nigra bv ‘Sampo’ (gewone vlier): bloemscherm, rijpe! bessen
Klimplanten:
Er zijn klimplanten en veel bomen met eetbare bessen en vruchten, echter enkele met eetbare bloemen.
Lonicera peridymenum (kamperfoelie): bloem is licht zoet, honing
Jasminum officinalis, grandiflorum, sam- bac (jasmijn): bloem aromatisch zoet Bomen:
Tilia cordata (winterlinde): boom, bloesem, blad en bes
Syringa vulgaris (sering): alleen de bloemen voor siroop, gebak, salades; rest van de boom is giftig!
Robinia pseudoacacia (robinia): alleen bloemen; rest van de boom giftig!
De laatste jaren is er een interessante ontwikkeling, een kleine hype, in zogenaamde voedselbossen. In Nederland vind je er een aantal, groot en klein.
Het is een onderhoudsarm, natuurlijk opgebouwd, gelaagd bossysteem, gericht op duurzame voedselproductie. Zeer hoge biodiversiteit.
Bronnen: Forest To Plate; Permacultuur.nu;
Voedselbossen; Iris Garden ecology;
Boeken:
Otmar Diez - Eetbare bomen en struiken
Edwin Flores - Het grote Wildplukboek en Het grote Wildplukkookboek
Katja Staring/Nienke Plantinga - Avontuurlijk tuinieren
Paulavanlingen.blogspot.com
redactie: gepubliceerd in de nieuwsbrief van januari 2021