Hoe we gelukkiger worden van zaaien, wieden en snoeien. Natuurlijk weten we allemaal allang hoe goed het voelt om in de tuin bezig te zijn. Daar hoef je dit boek niet voor te lezen. Maar wat heb ik genoten van dit superinteressante boek van de Engelse psychiater en psychotherapeut Sue Stuart-Smith! Ze begint met haar eigen ervaringen als tuinier en vertelt hoe een eigen tuintje haar grootvader heeft geholpen om de ontberingen en trauma’s van de eerste wereldoorlog te verwerken. Verder vat ze op een boeiende manier samen wat er in de psychiatrie, neurologie, antropologie, criminologie en biologie is onderzocht en ontdekt over de heilzame werking van tuinieren op de geest. Ook beschrijft ze hoe in allerlei tuinprojecten wereldwijd gedetineerden, veteranen met PTSS, mensen met burn-outs en dwarslaesies maar ook eenzame stadsbewoners opbloeien als ze gaan tuinieren. Door voor planten te zorgen krijgen ze meer gevoel van eigenwaarde en hebben ze iets om naar uit te kijken. Zo bleek bijvoorbeeld uit een Deens onderzoek dat mensen met een stressstoornis net zo veel baat hadden bij tien weken lang een paar uur per dag tuinieren als bij de traditionele cognitieve gedragstherapie gedurende dezelfde periode. Ook in vluchtelingenkampen proberen mensen bloemen en groenten op te kweken.
Waarom is tuinieren nu zo goed voor ons? In de veilige beschutting van je tuin ga je helemaal op in je eigen wereldje. De natuur oordeelt niet. In de rust en stilte kun je ook je eigen gedachten ordenen. Hoe meer je opgaat in het met je handen werken, des te meer innerlijke vrijheid je krijgt om je gevoelens te ordenen en te verwerken. Tuinieren doe je in dialoog met de natuur. Jij zaait of plant iets, de natuur neemt dat over en op een gegeven moment grijp jij weer in. Door jouw zorg en toewijding onstaat een tomaat, een mooie bloem, een prachtige tuin. Daar kun je trots op zijn. Het geeft je een gevoel van kracht en macht. Toch ben je nooit helemaal de baas in je tuin, want je hebt ook te maken met de kiemkracht van planten en met factoren als droogte, vorst en ongedierte. Tuinieren is ook een manier om woede, verdriet en frustratie te sublimeren. Je mag graven, snoeien, onkruid uitrukken, allemaal vormen van zorg waarbij destructie wordt ingezet ten bate van groei. Tuinen leren ons ook over de vergankelijkheid van het leven. Met het verstrijken van de seizoenen leren we ons te verzoenen met het afsterven van planten. Wat de biologische kant betreft: onderzoek heeft uitgewezen dat de hartslag en de bloeddruk dalen als je de aarde bewerkt en dat na verloop van tijd het serotoninegehalte stijgt. Door met je handen in de aarde te woelen komen bacterien vrij, die wanneer we ze inademen een weldadige werking hebben.
Zo kan ik nog wel bladzijden volschrijven over dit boek, maar ik raad je aan om het gewoon zelf te lezen. Het is heel vlot geschreven en je vliegt er doorheen.
Yvonne Hassing
Tuinieren voor de geest
Sue Stuart-Smith
Uitgeverij de Bezige Bij. Prijs €24,99
redactie: gepubliceerd in de nieuwsbrief van oktober 2020